- book
- n. boek; notitieboek; bundel--------v. boeken; bespreken; noterenbook1[ boek]I 〈telbaar zelfstandig naamwoord〉1 boek ⇒ boekdeel/werk; 〈voornamelijk Brits-Engels; informeel〉 telefoonboek2 〈Book; the〉het Boek (der Boeken) ⇒ de Heilige Schrift, de bijbel3 boek 〈hoofdstuk van bijbel, gedicht e.d.〉4 tekstboekje ⇒ libretto 〈van opera e.d.〉; manuscript, script 〈van toneelstuk〉5 (schrijf)boek ⇒ schrift, blocnote6 boekje 〈kaartjes, lucifers, postzegels〉7 register ⇒ lijst, boek; 〈in het bijzonder〉 lijst van aangegane weddenschappen 〈bij wedrennen〉♦voorbeelden:1 Book of Common Prayer • gebedenboek 〈van anglicaanse Kerk〉be always at one's books • altijd met zijn neus in de boeken zitten2 the people of the Book • het joodse volkswear on the Book • de eed op de bijbel afleggen3 Books of the Maccabees • Boeken der Maccabeeën4 book of words • tekstboek, libretto7 make/keep (a) book • wedmakelen, bookmaker zijn¶ bring someone to book for something • iemand voor iets rekenschap laten afleggen; iemand zijn gerechte straf doen ondergaanclosed book • gesloten boekread someone like a book • iemand volkomen door hebben〈informeel〉 throw the book (of rules) at someone • iemand maximum straf toebedelen; iemand de les lezen〈informeel〉 one for the book • iets om niet te vergetenby the book • volgens het boekje/de voorschriftenin my book • volgens mij, mijns inziensII 〈meervoud; the〉1 de boeken ⇒ kasboek, kantoorboek, journaal2 boek ⇒ register, (leden)lijst♦voorbeelden:2 off the books • van de lijst geschrapton the books • ingeschreven, lid¶ open the books • de boeken (her)openen, de intekening openstellen————————book2I 〈onovergankelijk werkwoord; ook book up〉 〈voornamelijk Brits-Engels〉1 een plaats bespreken ⇒ een kaartje nemen, reserveren♦voorbeelden:1 book through • een doorgaand reisbiljet/kaartje nemenbook for Australia • passage boeken naar Australië¶ book in • zich laten inschrijven 〈in hotelregister〉; inchecken 〈op vliegveld〉II 〈overgankelijk werkwoord〉1 boeken ⇒ reserveren, bestellen, engageren2 inschrijven ⇒ registreren, noteren3 bekeuren ⇒ een proces-verbaal opmaken tegen4 〈sport〉een gele kaart geven♦voorbeelden:1 book a passage • passage/overtocht boekenbook someone through • iemand een doorgaand reisbiljet gevenbooked up • volgeboekt, uitverkocht; 〈van persoon〉bezet2 book an order • een bestelling noteren/opnemenbook the guests in • de gasten (in het register) inschrijven3 I was booked for speeding • ik werd wegens te hard rijden op de bon geslingerd
English-Dutch dictionary. 2013.